Inwinteren van bijenvolken
Inwinteren van bijenvolken

Inwinteren van bijenvolken

Weergaven: 15

Inwinteren van je bijenvolk: leg nu de basis voor een gezonde start in 2026

Een goede inwintering van je bijenvolk is de beste basis voor het nieuwe bijenjaar.

Voor veel beginnende imkers is de zomer het hoogtepunt van het bijenseizoen. De bijenkasten gonzen van activiteit, de honingkamers zijn vol en het slingeren is een feest. Maar ervaren imkers weten: het echte werk begint pas na de zomeroogst. Want de kwaliteit van het volgende bijenjaar wordt in hoge mate bepaald door wat er in de nazomer en vroege herfst gebeurt.

Inwinteren is méér dan suiker geven. Het is een samenhangend proces waarbij je:

  • je volken op volle sterkte brengt,
  • een gezonde generatie winterbijen opkweekt,
  • de varroadruk tot een minimum beperkt,
  • voldoende reserves aanlegt om tot het voorjaar door te komen
  • je volken vrij houdt van stress veroorzaakt door externe predatoren en belagers

De imker die deze stappen goed plant en uitvoert, ziet zijn volken in maart uit de startblokken schieten – klaar voor de eerste drachten van de wilgen- en fruitbloesems

Inwintering in tijden van klimaatverandering

De omstandigheden voor het inwinteren zijn de laatste decennia ingrijpend veranderd. Waar onze voorgangers het na het slingeren konden afhandelen met “wat suikerwater geven en de kast dichtmaken”, krijgen we nu te maken met:

  • de blijvende druk van Varroa destructor,
  • de verspreiding van virussen en andere ziektekiemen,
  • veranderend klimaat waardoor volken langer doorbroeden,
  • verminderde biodiversiteit en stuifmeelaanbod.

Daarom vraagt het inwinteren van bijenvolken vandaag meer kennis, planning en nauwkeurige uitvoering dan ooit.

inwinteren bijenvolken
inwinteren bijenvolken

Biologie van de winterbij – de stille kracht in het volk

Wie goed wil begrijpen waarom de nazomer zo’n belangrijke periode is voor het bijenvolk, moet eerst weten wat een winterbij precies is. Winterbijen zijn de onzichtbare kracht die het volk door de koude maanden heen helpt overleven.

Zomerbij versus winterbij

Zomerbijen leven gemiddeld slechts zes weken. Ze slijten snel door het vele vliegen naar drachtplanten en het intensief verzorgen van het broed.
Winterbijen daarentegen kunnen tot negen maanden oud worden. Ze blijven tijdens de wintermaanden in de kast, vliegen alleen op zachte winterdagen, en verbruiken door hun tragere stofwisseling veel minder energie. Winterbijen verzorgen geen broed en behouden de eiwitreserves in hun lichaam (vitellogenine) tot in het voorjaar wanneer een nieuwe generatie bijen geboren wordt.

Hun langere levensduur danken ze aan een andere lichaamsopbouw:

  • Een groter vetlichaam – een belangrijk orgaan dat vetten, eiwitten, vitaminen en hormonen opslaat én reguleert.
  • Meer vitellogenine – een speciaal eiwit dat dient als energievoorraad en de bij beschermt tegen oxidatieve stress.
  • Minder slijtage – omdat winterbijen veel minder vliegen, blijven hun vleugels, haren en spieren langer intact.

Het ontstaan van winterbijen

De overgang van zomer- naar winterbij start meestal rond half juli, maar is sterk afhankelijk van omgevingsfactoren zoals:

  • Daglengte en zonnekracht – seizoenssignalen die het volk onbewust oppikt.
  • Stuifmeelaanbod en drachtpatroon – voldoende en gevarieerd stuifmeel is essentieel.
  • Feromonen en voedersap – afkomstig van de voedsterbijen die de larven grootbrengen.

Winterbijen worden niet “omgetoverd” uit zomerbijen, maar al als winterbij geboren. Dat komt doordat de larven in deze periode een aangepaste voeding krijgen, rijk aan eiwitten en vetten, waardoor hun lichaam zich anders ontwikkelt. De winterbij houdt deze eiwitreserves vast zolang ze geen nieuwe bijen hoeft te voeden. Een broedloze periode is daarom van groot belang: zo blijven de reserves intact en kan het volk sterk en vitaal de winter ingaan.

De sleutelrol van voedsterbijen

Voedsterbijen – werksters van zes tot veertien dagen oud – spelen in deze overgang een hoofdrol.

  • Ze verzorgen de larven die de wintergeneratie vormen.
  • Ze bepalen via de samenstelling van het voedersap mee de lichaamsbouw van de jonge bijen.
  • Hun eigen gezondheid en voedingstoestand hebben een directe invloed op de kwaliteit en levensduur van de winterbijen.

Een sterk volk met gezonde voedsterbijen in de nazomer is dus de beste investering in een veilige overwintering.

💡 Praktische tips voor imkers – Zo zorg je voor sterke winterbijen

  • Zorg voor een constant stuifmeelaanbod – Plant of laat in de omgeving laatbloeiers zoals hemelsleutel, klimop en herfstaster. Dit levert de nodige eiwitten voor de larven die winterbijen worden.
  • Beperk storingen aan het volk – Vermijd onnodig openen van de kast in de nazomer, zodat het broednest ongestoord kan ontwikkelen.
  • Voer tijdig en doordacht – Geef suikervoer op het juiste moment, zodat de bijen energie kunnen opslaan zonder het broed te verstoren.
  • Controleer op ziekten en varroa – Een gezonde voedsterbij is de basis voor een gezonde winterbij. Houd de mijtenpopulatie laag en voorkom infecties.
  • Denk vooruit – Elke larve die in augustus of september opgroeit, kan een winterbij worden. Gun hen de beste omstandigheden.
bijen in de winter - inwinteren
Inwinteren: de basis voor een gezond bijenvolk in het voorjaar leg je in de zomermaanden

Het tijdspad van inwinteren – van juni tot oktober

Inwinteren is geen actie van één dag, maar een zorgvuldig proces dat zich uitstrekt over drie tot vier maanden. Elke fase draagt bij aan een sterk en gezond volk dat de winter goed kan doorstaan.

Juni – het fundament leggen

In juni leg je de basis voor een succesvolle overwintering.

  • Controleer of elk productievolk beschikt over een jonge, vitale koningin. Een sterke moer garandeert een goede broedaanzet in de nazomer.
  • Houd de broednesten compact en vitaal door overbodige raten te verwijderen en het broednest centraal te houden.
  • Zorg voor voldoende stuifmeelplanten in de omgeving. Overweeg om bij te zaaien of samen te werken met buren en landbouwers voor een gevarieerde dracht.
  • Voer een varroabehandeling uit door je volk broedloos te maken en te behandelen of te werken met vangramen via de arrestraammethode

Juli – omschakeling naar winterbijproductie

In juli komt het volk in de overgangsfase van zomer- naar winterbijen.

  • Oogst de zomerhoning zodra de dracht stopt, zodat er ruimte vrijkomt voor nieuw broed en wintervoorraad.
  • Start, indien nodig, met prikkelvoeding (1:1-suikersiroop) bij zwakkere volken om de eileg op peil te houden.
  • Vermijd ingrepen die de eileg onderbreken, zoals een late moerwissel. Plan deze op een geschikter moment.
  • “Start low, stay low”: plaats 2 oxaalzuurstrips rond het broednest om de opbouw van mijten in je bijenvolk te voorkomen

Augustus – Afronden hoofdvoeding

Augustus is een belangrijke maand in het inwinterproces.

  • Begin met het geven van de hoofdvoeding: 3:2-suikersiroop of invertsuiker, zodat de bijen voldoende energievoorraden kunnen aanleggen.
  • Zorg dat het grootste deel van de voeding vóór eind augustus verwerkt is. Dit voorkomt dat de bijen nog laat in het jaar veel energie moeten steken in het indikken van voer.

September – afwerken, controleren & volk broedloos maken

In september rond je het inwinterproces af.

  • Meten is weten! Bepaal de varroabesmetting aan de hand van de poedersuikermethode of alcoholwash
  • Isoleer de moer om een broedstop te forceren: langer doorbroeden in warmere herfstmaanden zorgt voor verzwakte winterbijen
  • Vul de resterende voerbehoefte aan zodat het volk genoeg voorraad heeft tot het voorjaar, gebruik nu geinverteerd suikerwater.
  • Controleer nog één keer de moergoedheid en de voedselvoorraad.

Oktober – varroabehandeling & volk in rust

In oktober gaat het volk in winterstand.

  • Behandel het broedloos volk door het verdruppelen of sublimeren van oxaalzuur. Je bijen gaan varroavrij de winter in
  • Hang 2 nieuwe oxaalzuurstrips in het volk om herbesmetting van varroa op te vangen
  • Zet de kasten op winterstand: verklein het vlieggat en plaats een muizenrooster.
  • Vermijd storende inspecties, zodat het volk in alle rust de winter in kan gaan.

Voedselvoorziening in de winter – theorie en praktijk

Een goede voedselvoorraad is de levensverzekering van je bijenvolken tijdens de winter. Het volk gebruikt het voer voor de verwarming van het nest. Hun honing is als de mazouttank voor hun verwarming. Zonder voldoende reserves riskeren bijen in de late winter of het vroege voorjaar te verhongeren, zelfs als de winter mild is.

Hoeveel wintervoer is nodig?

Als richtlijn geldt: 12 tot 15 kilogram suiker per volk. Bij rassen die langer doorbroeden, zoals Buckfast, kan dat iets meer zijn.

  • De voorraad moet ruim voldoende zijn tot april, wanneer de eerste grote dracht weer begint.
  • Overvoeren is meestal minder problematisch dan ondervoeren. Eventuele overschotten kunnen in het voorjaar hergebruikt worden.

Voedermethoden

Suikersiroop (3:2- verhouding)

Suikersiroop kan je zelf maken door kristalsuiker te mengen met warm kraantjeswater. Een verhouding van 3 delen suiker op 2 delen water is geschikt als wintervoer. Bijen dikken dit verder in tot de verhouding van honing met min 80% suikers en 20% water

Invertsuiker of zetmeelsiroop

Ivertsuiker is direct opneembaar en vergt minder indampwerk voor de bijen. Dit is vooral geschikt bij late voeding, bijvoorbeeld na een late honingafname. Het is duurder dan zelfgemaakte suikersiroop, maar zorgt vaak voor tijdwinst.

Voederdeeg

Voederdeeg heeft een watergehalte dat vergelijkbaar is met verzegeld voer en verspreidt geen geur, waardoor het risico op roverij minimaal blijft. Het is bovendien een handige oplossing voor imkers die tijdelijk afwezig zijn of in deze periode weinig tijd hebben voor regelmatige voedermomenten.

Timing en aanpak

  • Start direct na het slingeren met de hoofdvoeding, zodat de winterbijen opgroeien in een goed gevoed volk.
  • Rond bij voorkeur eing augustus af, zodat de bijen niet te laat in het seizoen nog energie moeten steken in voeropslag.
  • Geef bij volken die nog moeten groeien eerst kleinere porties (prikkelvoeding) om de eileg te stimuleren.
  • Voer bij voorkeur ’s avonds om roverij te voorkomen.

Praktijkles inwinteren en praktische tips

Binnen onze vereniging wisselen we regelmatig praktijkervaringen over het inwinteren en varroabehandelingen uit via onze WhatsApp-groep. Tijdens onze praktijklessen tonen we hoe je te werk gaat bij het geven van het wintervoer en het toepassen van de juiste varroabehandelingen. Op ons online lesplatform kan je tercht voor het herbekijken van voordrachten en handleidingen over dit onderwerp.

De theorie over het inwinteren kan je volgen tijdens de voordracht van Bert Fierens op dinsdag 19 augustus om 19.30u in Bezoekerscentrum van de Hagelandse Wijn , Kerkstraat 16, 3111 Wezemaal – Rotselaar. De praktijkles inwinteren vindt plaats op woensdag 27 augustus aan onze bijenstand bij Kinderboerderij ’t Karrewiel, Troon 9 in Grobbendonk. Allen welkom vanaf 19u.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *